, [], Whether backbiting is a graver sin than tale-bearing?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [1]Jehu, de zoon van [2]Hanani, de [3]ziener, ging uit, hem tegen, en zeide tot den koning Josafat: Zoudt gij [4]den goddeloze helpen, en die den HEERE haten, liefhebben? Nu is daarom over u [5]van het aangezicht des HEEREN grote [6]toornigheid. 1. Zie van dezen profeet 1 Kon.16:1. 2. Zie van dezen ook boven, hfdst.16 vs.7. 3. Dat is, profeet. Zie 1 Sam.9:9, en boven, hfdst.9 vs.29. 4. Namelijk, Achab, dien hij geholpen had tegen de Syriers, boven, hfdst.18 vs.3, enz. 5. Hebreeuws, van voor het aangezicht des Heeren. 6. Die Josafat enigszins gevoeld had, boven, hfdst.18 vs.31 en naderhand nog gevoeld heeft, onder, hfdst.20 vs.1.